woensdag 30 april 2008

Lost inside Cambodia

De grens tussen Laos en Cambodja was weer een hele belevenis. Gelukkig hadden we op advies van vele andere reizigers een tour geboekt zodat we in ieder geval met een hele groep de grens over gingen. Desondanks begon het gezeur al in Laos toen we een exit-stamp gingen halen, die kostte namelijk ineens 1 dollar (onder de tafel te betalen aan de aanwezige douanier). Geen geld natuurlijk, maar het gaat om het principe. Haha, dat zeggen we de laatste tijd wel erg vaak. Maar goed, we hadden op internet al gelezen dat je het geld moest betalen, omdat je anders echt geen stempel kreeg en dus het land niet uit zou kunnen. Over de munteenheid deed de beambte dan weer niet moeilijk, dus zo konden we mooi onze laatste Kippetjes uitgeven.

In Cambodja konden we vervolgens ter plekke een visum kopen, heel handig. Deze zou 20 dollar kosten. Je raadt het al; het was 21 dollar. Daarna ergens anders voor een dollar nog een entry-stamp gehaald en we waren officieel in Cambodja! Altijd weer leuk: een nieuw land, nieuwe cultuur, nieuw geld, nieuwe geschiedenis, enzovoorts. Gelukkig hadden we ons al wat voorbereid door extra vaak naar ons nieuwe favoriete nummer te luisteren.

Onze eerste stop was Kratie. Bij aankomst waren we enigszins in shock. Iedereen mikt hier zijn afval namelijk gewoon op straat. Het was echt zo'n ongelofelijke zooi. Echt zonde, want verder had de stad heel veel charme door de half vergane koloniale gebouwen.



Toen we de volgende dag naar de toeristische trekpleister van de regio gingen, gaf de omgeving gelukkig een heel ander beeld. De tocht ging door een prachtig landschap met allerlei houten huisjes en tempels. Om vervolgens bij de Mekong aan te komen alwaar we met een bootje dolfijntjes zouden gaan spotten. In dit deel van de Mekong leeft namelijk de zeldzame Irrawaddy dolfijn. Wij hadden er in ieder geval nog nooit van gehoord, maar dat zegt eigenlijk vrij weinig. Het spotten bleek gelukkig niet zo moeilijk, want we zagen vanaf de oever al diverse dolfijnen zwemmen! Een goede foto maken was daarentegen een grotere uitdaging, ze zwemmen nogal veel onder water (...) en zijn ook nog best wel snel.



Het was in ieder geval wel supergaaf om groepen van dolfijnen langs te zien zwemmen om adem te halen of gewoon een beetje te splashen. Omdat de motor van de boot de dolfijnen stoort werd die uitgezet en was het zo heerlijk stil dat je de dolfijnen kon horen ademhalen of gewoon in alle rust kon genieten van de prachtige omgeving.



En we waren niet de enigen die het leuk vonden om dolfijnen te zien.



Daarna richting de hoofdstad Phnom Penh. Leuk om weer eens in een echte stad te zijn. Vientiane is toch gewoon een groot dorp, PP is een stad. We hebben eerst het koninklijk paleis en de bijbehorende zilveren pagoda bezocht. Dit laatste gebouw is één van de weinige die niet volledig is verwoest door de Rode Khmer. Volgens eigen zeggen hét bewijs dat ook zij cultuur belangrijk vonden. De binnenkant was heel mooi. De hele vloer was betegeld met zilveren platen (vandaar de naam), er stonden allerlei boeddhabeelden ingelegd met diamanten en het hoogtepunt was een (best wel grote) boeddha gemaakt van jade.





Sowieso zijn we wel onder de indruk van het boeddhisme, een enorm tolerante godsdienst. De monniken zijn stuk voor stuk vriendelijk en heel zen. Het grappige is dat zij buitenlanders een ontzettend interessant fenomeen vinden, dus we staan nogal vaak elkaar te fotograferen. Deze monnik wilde wel even voor ons poseren (als wij ook even voor hem zouden poseren natuurlijk).



De volgende dag was het tijd voor serieusere zaken. Middels een tuktuk (brommer met een karretje erachter waar de klanten in zitten) zijn we naar het beruchte S 21, Tuol Sleng, gegaan. Ooit was dit een gewone school, maar midden jaren zeventig werd het door de Rode Khmer gebruikt als gevangenis/martelplek. Dit maakte het al meteen heel bizar. Afgezien van het prikkeldraad had het de feel van een gezellige school: een mooie binnenplaats waar gespeeld kon worden, een klimrek, schommels, etc..



Maar als je dan bij de palen van de schommels aankomt blijkt dat dit één van de plekken is geweest waar mensen werden gemarteld door ze op verschrikkelijke wijze omhoog te hijsen aan een touw.



Ook de klaslokalen waren gevuld met allerlei beeldmateriaal. Alles werd namelijk uiterst precies vastgelegd door de Rode Khmer. Zo zijn er foto's van de mensen gemaakt bij binnenkomst, maar ook na het martelen. Van de ongeveer 17.000 mensen die hier gevangen zijn genomen, hebben uiteindelijk slechts 12 (!!) mensen het overleefd. Eén van deze 12 was een schilder, waarvan nu ook allerlei schilderijen van de martelingen waren opgehangen. Dat hij goed kon schilderen heeft hem overigens gered. Hij mocht portretten maken van allerlei hoge officieren.



Het merendeel van de mensen is overigens niet vermoord in S 21, maar bij één van de zogenaamde Killing Fields. Dit waren executieplekken met een bizarre hoeveelheid massagraven. Wij hebben degene in de buurt van Phnom Penh bezocht. Het monument en de paar massagraven die zijn geopend waren erg indrukwekkend/deprimerend.



Dit alles heeft ongeveer 30 jaar geleden plaatsgevonden en nog steeds is het merendeel van de daders niet berecht. De Rode Khmer werd geleid door Pol Pot (broeder nummer 1), hij wou van Cambodja een communistische, zelfvoorzienende, agrarische staat maken. Iedereen moest boer worden en werd uit de stad verjaagd om op het platteland te gaan werken. Kinderen werden gescheiden van hun ouders en school werd afgeschaft. Geld werd ook afgeschaft en het jaar 1975 werd vanaf toen het jaar nul. Uiteindelijk is ongeveer 25% van de bevolking omgekomen tijdens het bewind van de Rode Kmher, ofwel doodgeslagen (om kogels uit te sparen) door soldaten ofwel gestorven van de honger.
Pol Pot is (pas) in 1998 onder verdachte omstandigheden overleden, maar broeder nummer 3 is bijvoorbeeld nog springlevend. Geen gerechtigheid of erkenning dus voor de Cambodjanen. Momenteel claimen de Rode Khmer-bazen dat zij niets afwisten van het bestaan van S 21, iets wat er bij de gewone burger (terecht) niet ingaat en wat ook enorm frusteert natuurlijk. Wel is duidelijk dat de Rode Khmer bijna verdreven was (door de Vietnamezen) totdat de VN zo nodig in moest grijpen. Hierdoor heeft Pol Pot de tijd gehad om zich te hergroeperen en middels een guerilla nog diverse jaren angst en verderf te kunnen zaaien. Echt ongelofelijk.

Omdat dit alles nog maar zo kort geleden is gebeurd, zijn de gevolgen nog steeds duidelijk zichtbaar. Zo is het zeer onverstandig om van de gebaande paden af te wijken in verband met de altijd aanwezige landmijnen die jaarlijks nog steeds voor een groot aantal doden en verminkingen zorgen. Verder valt op dat er relatief heel weinig oudere (35+) mensen zijn. Zo is 40% van de bevolking onder de 18 jaar en dat zie je echt terug in het straatbeeld.

Ondanks de beladen geschiedenis zijn de mensen echt superlief en hartelijk, maar het is duidelijk dat Cambodja een enorme achterstand heeft opgelopen wat betreft algemene welvaart zoals gezondheidszorg, armoede, etc. Gelukkig is er veel hulp en hebben we hele goede initiatieven gezien dus hopelijk zal dat de komende jaren langzamerhand veranderen. Daarnaast hopen we dat de rechtszaak tegen de Rode Khmer eindelijk van de grond komt zodat er nog een soort van gerechtigheid is voor de nabestaanden. Het heeft ons wel aan het denken gezet. De internationale gemeenschap wist namelijk precies wat er aan de hand was, maar heeft niets gedaan. Achteraf onbegrijpelijk, maar aan de andere kant: zijn er nu ook niet een aantal plekken in de wereld waar we echt zouden moeten ingrijpen?

Als tegengif voor al deze ellende hebben we de volgende dag het prachtige nationale museum bezocht. Tot de nok toe gevuld met beelden en dergelijke uit de Angkortijd en echt een oase van rust.



Verder geslenterd op de gezellige boulevard langs de rivier, wel enigszins verbaasd door de volgende weggebruiker.



Inmiddels hebben we het beestje al op zoveel verschillende plekken in de stad gezien dat we er niet meer van opkijken (om over de loslopende apen maar te zwijgen...).

Tot slot vonden we nog een shopping mall met uitzicht over de stad, altijd interessant!

woensdag 23 april 2008

Wild Wild East

Bij ons hostel in Vientiane hadden we een buskaartje naar Savannakhet gekocht. Niet zomaar een buskaartje, maar een kaartje voor een heuze VIP-bus. Concreet betekent dit dat de bus niet tussentijds stopt om mensen op te pikken en airco heeft. Wij vonden het de prijs wel waard gezien de 9 uur durende trip in ongeveer 35 graden. Helaas, helaas, bij het busstation aangekomen bleek er helemaal geen VIP-bus te rijden... GRRRR!!!
Maar we hadden een stoel en het was natuurlijk wel weer een avontuur. Bij iedere stop komen er allemaal verkopers op de bus afgerend om allerlei eten en drinken te verkopen. Vooral de platgewalste kip op een stokje was erg populair.



Wij hebben het maar even bij Pringles gehouden. Verder hebben we tijdens onze reis kunnen concluderen dat de capaciteit van de bus hier maximaal wordt benut. Op een gegeven moment zat zelfs het hele gangpad vol met mensen op plastic krukjes... Daarnaast staan er regelmatig brommertjes op het dak.



Wij hebben in ieder geval de volgende keer onze buskaartjes weer zelf bij het busstation gekocht. Nog steeds geen VIP-bus, maar tenminste ook geen VIP-prijs.

Nadat we een prima hostel in een mooi, enigszins verouderd, koloniaal gebouw hadden gevonden, was het tijd voor het hoogtepunt van ons bezoek aan Savannakhet, te weten...



Inderdaad, een dinosaurusmuseum(pje)! Dat hadden we van te voren niet aan zien komen, maar er hebben hier in de omgeving echt diverse dino-beesten geleefd. Best interessant allemaal. Verder was er hier eigenlijk niet echt veel te beleven dus hebben we maar wat door de stad rondgebanjerd. Wel hebben we ergens nog verrassend lekker gegeten!

Hierna was het tijd voor Pakse. In de omgeving van deze stad waren allemaal leuke dingen te doen. Toen wij echter een tourtje gingen boeken, bleek niemand te willen doen wat wij wilden... Dat werd dus een privechauffeur! Best relaxed eigenlijk voor een keertje. Eerst zijn we richting Champasak gereden voor de gelijknamige tempel daar, een opwarmertje voor Angkor Wat. Hiervoor moesten we nog wel even de rivier oversteken. Inderdaad, daar stond even later ook onze auto tussen.



Naast de schitterende tempels zelf hadden ze hier ook een erg leuk en informatief (dat is wel eens anders namelijk) museum. Ook grappig, je moest er, net als thuis in je hotel, je schoenen uitdoen.




Daarna op naar het hoogtepunt van de dag: per olifant een lokale heuvel beklimmen. Echt superleuk om een keer bovenop zo'n beest te zitten en eens uitgebreid aan zijn huid te kunnen voelen.



Eigenlijk ook vrij ranzig, want onze olifant vond 35 graden ook warm en zoog dus het water uit iedere (modder)plas op om dit vervolgens lekker tegen zichzelf (en ons...) aan te sprayen. Zelfs nadat het water volgens ons allang op was, bleek het beste beest nog in staat om ons op iets warms te trakteren...
Ondanks dat vonden we onze olifant helemaal te gek en hebben we hem na het ritje getrakteerd op wat suikerriet. Dat bleek een absolute lekkernij want onze olifant werd ineens wel heel actief. Erg gaaf om te zien hoe hij zo'n stuk riet heel handig met zijn slurf aanpakt en vervolgens zonder te morsen naar binnenwerkt.



Dit wekte bij ons toch enige nieuwsgierigheid op. Bij thuiskomst hebben we dus ook snel zelf suikerrietsap gekocht. Dat wordt hier echt op iedere straathoek verkocht, het leek ons alleen zo mierzoet. Dit bleek eigenlijk helemaal niet het geval; het was juist heel erg lekker.



En toen, toen gingen we hier alweer ons 3e nieuwe jaar vieren!?!. Ja, we kunnen er geen genoeg van krijgen! In Laos duurt dit feest maar liefst 3 dagen, dus dat beloofde wat. De 13e zaten we al 's middags klaar bij ons favoriete restaurantje om de festiviteiten mee te gaan maken. Inderdaad, 's middags, want in tegenstelling tot de voorgaande oud en nieuws wordt er hier geen vuurwerk afgestoken, maar met water gegooid. Naast versnaperingen zorgde ons restaurant voor water en allerlei bijbehorende attributen om water mee te gooien. Gelukkig maar, want onze gekochte waterpistooltjes bleken toch wat mager. Nadat eerst iedereen in het restaurant helemaal doorweekt was en onder het witte spul zat, moest de rest het ontgelden. Echt iedereen die langs kwam rijden kreeg er van langs. Met name de pick-up trucks met in de achterbak grote hoeveelheden kids (of Vietnamezen!) waren de klos. Natuurlijk hadden zij ook wel een beetje water bij zich, maar tegen onze aanblik en de overmacht van ons restaurant durfde natuurlijk niemand op...



Na een tijdje kwam de politie een paar keer langs om te zeggen dat we niet meer naar de mensen op straat mochten gooien. Hier trok ons restaurantpersoneel zich niet zoveel van aan (en wij dus ook niet). Als ze aankwamen rijden liep iedereen extreem schijnheilig het terras op met de bak water achter zijn rug. Toen echter de burgermeester hoogstpersoonlijk langskwam was het na 3 uur afgelopen met het feest. Dat was maar goed ook, want we hadden inmiddels een lamme arm van de emmers water gekregen.

De volgende dag zijn we richting Don Det vertrokken, een primitief eilandje in het zuiden van Laos dat onderdeel uitmaakt van Si Phan Don (4000 eilanden, het zal wel...). Primitief betekent in dit geval: alleen electriciteit van 18.30 tot 22.00 uur, geen schoon water (het water voor de douche werd gewoon rechtstreeks uit de Mekong gepompt), 1 zandweggetje en geen cola light!

We kwamen nogal wat mensen tegen die op dit eiland ziek waren geworden van het eten. Er zijn natuurlijk geen koelkasten op Don Det, want er is geen electriciteit. En hygiëne, ach ja dat is ook zo wat... We hebben dus vrij voorzichtig aangedaan en maar even geen zuivel, vlees en dergelijke gegeten. En hiermee is alles wederom helemaal goed gegaan en hebben we optimaal kunnen genieten van alle mooie dingen op het eiland.





Het was hier zo warm dat je vanuit je hangmat voor je houten bungalowtje de Mekong indook om af te koelen, om vervolgens weer op te drogen in je hangmat en de Mekong weer in te springen als je opgedroogd was. Erg vervelend allemaal. De locals bleken zo mogelijk nog luier dan de toeristen, dus het kostte nog wel eens wat overtuigingskracht om ze uit hun hangmat te krijgen als wij wat wilden bestellen.



De mensen van ons guesthouse waren trouwens echt superleuk en we moesten ze voor het gemak mama en papa noemen! Mama maakte de allerlekkerste lemon (eigenlijk lime, maar goed) juice ooit en papa voer ons overal heen. Onder andere naar een vet nieuwjaarsfeest op een ander eiland (een hele goede tip van mama). Dat was echt fantastisch, we zaten binnen 5 seconden onder het talkpoeder en moesten met iedereen toosten op het nieuwe jaar. Heel gezellig allemaal. Caren heeft zelfs nog een liedje meegedanst en dat vonden de locals echt helemaal leuk. Toen we tegen vijven (het feest was alleen 's middags) terugliepen naar de boot, moest papa nogal lachen om het feit dat we er zo toegetakeld uitzagen. Thuis dus snel weer de Mekong ingedoken...




Ondanks al het moois op het eiland was het na drie dagen Robinson (door de warmte en het ontbreken van een ventilator sliepen we echt slecht) ook wel weer tijd voor wat meer luxe. Richting de bewoonde wereld dus, en wel in Cambodja...

zondag 13 april 2008

Tempels en Tuben

Met het oversteken van de grens naar Laos zijn we officieel aan de laatste 3 maanden van onze reis begonnen. Daarmee komt het 'echte' leven weer een stuk dichterbij, maar gelukkig hebben we ook daar best wel weer zin in. Dat neemt overigens niet weg dat we ook nog heel veel zin hebben in de komende periode. Volgens de huidige planning gaan we inclusief Laos nog 4 landen bezoeken, dus genoeg te doen!!

Nu Laos. Bij het inlezen kwamen we er (pas) achter dat Laos communistisch is! En we hadden ons er nog wel zo op verheugd om eindelijk verlost te zijn van de Chinese communistische censuur. Dat laatste bleek gelukkig inderdaad typisch Chinees want in Laos mag weer (bijna) alles. Bij binnenkomst bleek direct dat Laos een stuk armer is dan Zuid-China (wat zelf ook weer 1 van armste provincies in China is). Zo zagen we tijdens de busrit dat hele families in houten hutjes langs de kant van de weg wonen. Afgezien van de steden en grotere dorpen blijkt dit eigenlijk overal in Laos het geval te zijn. Het landschap tijdens deze (eindeloze) tocht was trouwens echt fantastisch mooi.
Verder is Laos Buddhistisch en dat merk je. Zo zijn er in Luang Prabang, de vroegere hoofdstad en onze eerste stop, een grote hoeveelheid schitterende tempels te bezoeken waar diverse monniken in mooie oranje gewaden rondlopen.





Erg grappig om te zien dat de monniken wel met hun tijd zijn meegegaan. Zo zien we ze regelmatig mobiel bellen en internetten. En onderstaande monnik was ook wel te porren voor een tv-interview.



De eerste avond was het nog wel even spannend omdat de enige twee aanwezige pinautomaten niet werkten. Hoe lang zouden we het eigenlijk volhouden op ons stapeltje dollars?? Gelukkig bleek het probleem de volgende ochtend gewoon opgelost en hebben we maar meteen 2,1 miljoen Kip gepind. 2,1 miljoen?!? Ja inderdaad, en ondanks het feit dat dit 'slechts' gelijk is aan 150 Euro kunnen we er hier wel 5 volle dagen goed van leven. Kip?!? Yep, dat is de officiële munteenheid hier. En ja inderdaad, hiermee maken we nu nog steeds alle voor de hand liggende grappen die we kunnen verzinnen.

Luang Prabang was echt een supermooi plaatsje met naast de tempels ook gezellige straatjes en heerlijke bakkertjes! Laos is een voormalige Franse kolonie, dus overal kun je croissantjes en cafe au lait krijgen, helemaal prima.




Na een paar dagen tempels en cultuur zijn we door gegaan naar Vang Vieng. En dat was wederom een hele verandering van omgeving. Dit plaatsje is namelijk supertoeristisch. Zo zitten bepaalde restaurants elke ochtend en avond vol met westerse toeristen. Op zich natuurlijk niet zo erg, ware het niet dat het vooral die restaurants zijn waar de hele dag afleveringen van "Friends" (inderdaad de tv-serie) te zien zijn!

Na wat rondwandelen was het tijd voor de grote trekpleister van Vang Vieng. Je huurt een tube (binnenband van een vrachtwagen) en laat je vervolgens zo'n 12 km verderop afzetten. Vanaf hier spring je in de rivier en laat je je terugdrijven naar het dorp. Tenminste dat dachten wij in eerste instantie...
Na ongeveer 50 meter is daar namelijk al de eerste kroeg waar je middels touwen en bamboestokken naar binnen wordt 'gehengeld'. Bij zo'n kroeg staat de muziek lekker hard, kan je heerlijke alcoholische drankjes kopen en worden er diverse shooters uitgedeeld. Daarnaast heeft elke kroeg tenminste 1 enorme stellage gebouwd waarvandaan je -al stuntend- jezelf in het water kunt doen belanden. Soms middels een enorme schommel, soms middels een kabelbaan en soms gewoon springend. Deze stellages waren minimaal 5 meter hoog, anders is er niets aan natuurlijk, ook al is het niet altijd precies duidelijk hoe diep het water is! Gelukkig vloeide de alcohol rijkelijk, waardoor het gevaar voor velen niet zo zichtbaar (meer) was.
Na de eerste kroeg (waar de stellage waar we op stonden ook nog inzakte...) kwam zo'n 10 meter verder alweer de tweede kroeg, en weer 20 meter verder de volgende... etc.etc. Eigenlijk ging het vooral om de eerste 500 meter en na dit stuk liet het merendeel van de mensen zich middels de tuktuk maar weer terugbrengen naar het dorp. In het donker kun je natuurlijk niet meer tuben...

We horen jullie denken, 'daar zijn ze toch veel te oud voor?'. Inderdaad, maar we kwamen heel toevallig de Bredase Karlijn uit Vietnam tegen, die op het punt stond om te gaan tuben. Dus met 6 Nederlanders en 2 Australiers hebben we onszelf dan ook vol de tubende kroegentocht ingestort, waarbij we zo'n beetje elk barretje hebben aangedaan. Het was werkelijk helemaal te gek!! En na de derde bar viel het volgens Rinze eigenlijk ook wel mee met het gevaar van die 'reuze' stellages waar je vanaf kon springen/duiken. En ach, misschien begon het net een beetje te schemeren toen we met zijn allen in de tuktuk terug naar het dorp stapten...
In het dorpje verder doorgefeest in de Smiley bar, waar Caren nog de mojito in een bucket (een soort van kinderemmertje) uit heeft geprobeerd (eigenlijk helemaal niet verkeerd). Je moest hier trouwens wel opletten wat je bestelde: als er 'happy' voorstond, betekende dit dat er in meer of mindere mate paddos in je pizza, shake of wat dan ook zaten en de buckets wodka Red Bull die we dronken, bevatten Laotiaanse Red Bull (met amfetamine!?).

De volgende ochtend eerst maar even lekker uitgeslapen. En 's middags? 's Middags zijn we natuurlijk gewoon weer gaan tuben! Nu overigens met zijn tweeën en omdat we ons toch enigszins katerig voelden, hebben we deze keer maar niet al te veel kroegjes aangedaan en zijn we in zo'n twee uur helemaal naar het dorpje terug getubed. Om daar vervolgens in een hangmat bij te komen van alle emotie...

Helaas geen fotos van dit alles, want die staan op ons wegwerponderwatercameraatje. Ach, we vermoeden dat ze waarschijnlijk de zelfopgelegde webcensuur toch niet halen.
Dan maar wat fotootjes van Vang Vieng zelf.




Na al dit bruisen was het tijd voor de hoofdstad Vientiane. Na een behoorlijke busreis hebben we na best wel lang zoeken een hotelletje gevonden. Beetje jammer dat er geen raam naar buiten in onze kamer zat, maar het was er wel goed schoon. Dat mocht ook wel want met 12 dollar per nacht was dit hotel 2,5 keer zo duur als ons vorige hotel!! Waar je al niet aan gewend kunt raken. Hier hebben we een mooie stadswandeling gemaakt waarbij we wederom langs diverse tempels zijn gekomen.




Naast de tempels kwamen we ook ineens onderstaand gebouw tegen, een soort van Laotiaanse Arc de Triomphe.



De reisgids wist het volgende verhaal te vertellen. De overheid had cement ingekocht voor een nieuwe landingsbaan op het vliegveld toen ze ineens bedachten dat ze liever een monument wilden hebben. Dit is dan ook de reden dat het door de locals ook wel eens de verticale airstrip wordt genoemd...
Gelukkig konden we er ook nog in.



Vervolgens op naar het belangrijkste icoon van Laos, de Pha That Luang. En inderdaad hij was erg indrukwekkend.



Verder is het hier nogal heet! De temperatuur zit zo tegen de 40 graden aan, maar we mogen natuurlijk niet klagen. Nadat Rinze tevergeefs op buddhistische wijze om regen heeft gevraagd, zijn we maar een dagje gaan zwemmen in het meest luxe hotel van Vientiane, veel beter!!

Landkaart Nederland

Landkaart Thailand

Landkaart India

Landkaart Cambodja

Landkaart Laos

Landkaart China

Kaart Yunnan

Hier nog een kaartje met iets meer detail.

Landkaart Vietnam

Landkaart Filipijnen

Landkaart Australië

Landkaart Frans-Polynesië

Landkaart Chili

Landkaart Peru

Landkaart Argentinië