zondag 25 november 2007

Tour de France Polynesië

Een week voordat we naar Frans-Polynesië (FP) zouden vliegen, begonnen we ons toch wat zorgen te maken. We hadden geen Lonely Planet en hadden ons slecht (lees: niet) voorbereid en dus eigenlijk geen idee wat te verwachten, wat te doen en waar te slapen. Die zorgen werden ook nog eens versterkt door alle rechtsomgaande wereldreizigers die het alleen maar hadden over de enorm hoge prijzen.

Gelukkig kwamen er diezelfde week twee FP-ers op de camping te staan die zelf net aan hun wereldreis waren begonnen. Zij hebben vervolgens ons notitiebloek volgeschreven met handige tips. Heel fijn. Die informatie tezamen met een antieke Duitse reisgids uit 1530 oid die ergens op de camping lag leverde iets meer duidelijkheid op.

Voor de mensen die net zo weinig over FP weten als wij (toen we begonnen), hier eerst maar even wat achtergrondinformatie. Er wordt Tahitiaans gesproken en als kolonie van Frankrijk natuurlijk ook Frans. FP bestaat uit zo'n 118 bewoonde eilanden die verspreid liggen in een gebied groter dan Europa. Deze eilanden zijn onderverdeeld in een vijftal eilandengroepen, waarvan de Society eilanden de bekendste zijn. Deze archipel bevat het grootste eiland van heel FP, te weten Tahiti met als hoofdstad Pape'ete. In heel FP wonen ongeveer 260.000 mensen, waarvan 170.000 in Tahiti. Wij hebben uiteindelijk de volgende eilanden bezocht: Mo'orea, Huahine, Bora Bora en Maupiti. Allen onderdeel van de Society eilanden. We hebben zelfs een kaartje op kunnen duikelen:



De eerste dagen in FP hebben we het wel even zwaar gehad. Ten eerste moesten we wennen aan de prijzen. Samen met Japan schijnt FP een van de duurste landen ter wereld te zijn. Onze inschatting is dat het in het algemeen zo'n 20% duurder is dan Nederland. Maar ja, als wereldreizigers hebben wij nu een iets ander budget dan toen wij nog in Nederland woonden en bovendien waren we net gewend geraakt aan het relatief goedkope Zuid-Amerika. Internet was bijvoorbeeld ook heel erg duur. Per uur betaalde je hier, afhankelijk van het eiland, tussen de 8 tot maar liefst 16 Euro!! Wij vonden het verder opvallend dat FP, ondanks de hele hoge prijzen, niet een heel modern land is. De hoofdstad is ietwat vervallen, mensen wonen -zeker op de kleinere eilanden- in simpele hutten en de auto's en overige transportmiddelen zijn ook allemaal vrij oud. De bankbiljetten waren wel weer super, ze zijn echt enorm en net een reclamefolder.



Ten tweede hadden we, vooral de eerste week op Mo'orea, heel veel last van de muggen. Uiteraard probeerden we wel onder een laken te slapen, maar het was gewoon te warm, dus: of zwetend half wakker in bed liggen, of geprikt worden. Eigenlijk was het helemaal geen keuze en dus we sliepen bijzonder slecht en werden toch nog volledig lek geprikt. Rinze bleek na de tweede nacht 22 keer gestoken te zijn... in zijn rug wel te verstaan. Uiteindelijk vonden we redding in een soort wierrookspiraal, die door onze Argentijnse buren werd aangeraden. We hadden er weinig vertrouwen in, maar waren inmiddels bereid om alles te proberen. En warempel, dat spul werkte echt als een dolle. Je moest het alleen niet vlak voor je ging slapen aansteken, want de muggen (en alle overige insecten) kwamen echt letterlijk dood uit de lucht vallen. Niet heel prettig als je in bed ligt. Na aanschaf van een behoorlijk aantal pakjes van dit spul en het vertrek van Mo'orea, waar de muggenpopulatie achteraf gezien veel groter was dan op de andere eilanden, is het muggenprobleem de laatste periode in FP aanzienlijk verminderd (NB dit is dus niet hetzelfde als opgelost) en ging het met de slaap en het humeur ook weer een stuk beter.

Omdat onze Tahitiaanse vrienden (uit Paaseiland) ons al hadden verteld dat Pape'ete niet erg bijzonder is, zijn we zo snel mogelijk naar een ander eiland gegaan. Na 1 nachtje in Pape'ete hebben we dan ook meteen de boot naar Mo'orea gepakt. Omdat Mo'orea makkelijk en goedkoop vanaf Pape'ete te bereiken is, staat dit eiland bekend als een backpackerseiland. We hoopten op schappelijke prijzen. Helaas, we betaalden ongeveer 56 Euro voor een hutje, waarbij we het toilet en de koude (!) douche met anderen moesten deel. De theorie achter het gebrek aan warm water is dat het buiten zo warm is dat je helemaal geen warm water meer nodig hebt om te douchen. Vooral de eerste dagen waren we het daar zwaar mee oneens, maar eerlijkheidshalve moeten we wel toegeven dat het na een paar dagen toch wel redelijk begon te wennen en af en toe zelfs wel plezierig was (aldus Rinze...).
In Mo'orea zijn we eerst naar Mark's Place Paradise gegaan. Ten eerste omdat we daar al goede verhalen over hadden gehoord en ten tweede omdat we Mark toevallig in Pape'ete al tegen het lijf liepen en hij een geschikte vent bleek. Mark's Place Paradise lag niet direct aan de zee, maar een beetje in de bossen. Erg mooi.



Helaas bleek al snel dat Mark's Place overal erg ver vandaan lag. Afgezien van de supermarkt was het zwemstrand, het dorpje en de bezienswaardigheden niet te belopen. Daarnaast is het openbaar vervoer hier zo goed als nonexistent. Niet handig want Mo'orea is toch nog zo'n 60 km in omtrek. Maar ja, zoals altijd heeft elk nadeel ook zijn voordeel. Door het gebrek aan OV is het hier heel gebruikelijk om te liften en dat bleek echt hartstikke leuk. We hoefden nooit lang op een ritje te wachten en het is echt dé manier om locals te ontmoeten. Zo kwamen we echt veel te weten over het eiland en zijn bewoners. Met name vanwege de afstanden, zijn we verkast naar Chez Nelson. Dit lag letterlijk aan het strand en in een (heel) klein dorpje. Onze bungalow had werkelijk een fantastisch uitzicht op zee en met name de zonsondergangen waren echt ongelofelijk mooi.


Zoals je op de foto's misschien al ziet is het bijzondere hier dat het rif en dus de branding een stuk van het eiland af ligt. Het water tussen het eiland en het rif wordt de lagoon genoemd. Hier is het water heel rustig en neemt onwerkelijke kleuren blauw aan. Omdat het ook vaak ondiep is, zijn er vissen en vaak koraal te zien. Heel speciaal.



Na wat daagjes op Mo'orea kwamen we tot de conclusie dat we meer van FP wilden zien dan 'alleen' Tahiti en Mo'orea. Onder het mom van ' de aanval is de beste verdediding' hadden we besloten dat we dan misschien maar moesten gaan splurgen. Dus op naar de Air Tahiti office. Daar hadden ze een foldertje met prijzen en mogelijke airpassen (=kortingspassen) en de verschillende vluchttijden. Vooral de 'Bora Bora pass' klonk erg aantrekkelijk. Zowel qua prijs als mogelijkheden. Er zaten alleen wel wat kleine beperkingen aan. We hebben dan ook wel een uur zitten puzzelen op een mogelijk reisschema, maar stiekem vond vooral Caren dat juist heel leuk.

Toen we bij de balie aankwamen om te kijken of het ook echt mogelijk was om de air pass te kopen, viel de dame van Air Tahiti vervolgens van de ene in de andere verbazing. Ten eerste omdat we zelf al het schema uit hadden gezocht, ten tweede omdat het schema helemaal bleek te kloppen, ten derde omdat, ondanks de korte termijn, er op alle vluchten nog plaatsen beschikbaar waren en tot slot vanwege de prijs. Een retourtje naar Bora Bora was al bijna net zo duur als onze air pass. Kortom wij waren er helemaal mee in onze sas.
Wat gingen we dan doen? Eerst vanuit Pape'ete voor 3 nachten naar Huahine. Dan van Huahine naar Bora Bora. Slechts 2 nachten. Vervolgens van Bora Bora voor maar liefst 4 nachten naar Maupiti (de aanrader van onze lokale vrienden uit Paaseiland). En tot slot natuurlijk van Maupiti terug naar Pape'ete. En dat alles voor 'slechts' 275 Euro. Voor Polynesische begrippen eigenlijk gewoon gratis. Vervolgens nog van iemand een Lonely Planet geleend om hotelletjes op te zoeken en te boeken (en te zorgen dat we werden opgepikt van het vliegveld). Daarna nog een paar dagen de tijd om te genieten van Mo'orea.

Tot slot hebben we op Mo'orea nog een heftige fietstocht gemaakt naar een uitkijkpunt, waarna we maar eens even bij het Sheraton zijn gaan kijken. Met 500 Euro per nacht voor een kamer op het water (zie foto) toch één van de duurste hotels op Mo'orea. Wij hebben het maar even bij een lunch gehouden...



Na terugkomst in Pape'ete zijn we dezelfde dag aan onze tour begonnen. Eerste stop dus Huahine, +/- 5600 inwoners en 75 km2 groot. Hier sliepen we in Fare, de ' hoofdstad', zodat we boodschappen konden doen bij de enige supermarkt om zelf te kunnen koken. Deze supermarkt was, helemaal vergeleken met Paaseiland, verrassend goed bevoorraad met o.a. kaas uit NL en producten uit Australië, Nieuw Zeeland, Amerika en Frankrijk. Sowieso vonden we die Franse invloed wel prima. Lekker veel stokbrood en (chocolade-)croissantjes gegeten. Alleen de taal! Na vier maanden Zuid-Amerika konden we geen fatsoenlijke Franse zin meer produceren. Er kwam alleen Spaans uit.
Huahine zelf staat bekend als het wilde eiland, wat slaat op het natuur en niet de inwoners. Na een dagje rondtouren in een huurauto konden we dit bevestigen.


Vervolgens op naar Bora Bora, +/- 7000 inwoners en 38 km2. Dit is het meest toeristische eiland en staat bekend als het eiland met de mooiste lagoon van FP. Eerst wilden we hier niet heengaan vanwege de hype, maar met de airpass was het toch stiekem wel leuk om een kijkje te nemen. Het was inderdaad 'over the top' met luxe resorts en te rare excursies. Zo kon je o.a. in een glazen onderzeeboot naar 40 (!!) meter diepte duiken. En het duurste hotel schijnt vol te zitten met bobo's, hollywoodsterren en royalty, maar die hebben wij allemaal niet gezien. Vreemd...
De lagoon was in ieder geval wel echt heel erg mooi.



Onze laatste bestemming was Maupiti, +/- 1000 inwoners en 22 km2. Dit eiland en haar motu's (omringende kleine eilandjes) is erg klein en veeeel minder toeristisch dan Bora Bora. De locals hier moeten niets hebben van grote hotelketens en/of resorts en hebben tot nu toe dan ook alle voorstellen met deze strekking weggestemd. Hier wilden we dus wel vier nachtjes blijven. Omdat er op onze motu geen supermarkt was hebben we besloten volpension te nemen. Inderdaad niet goedkoop, maar wel fantastisch lekker. Er werd elke dag uitgebreid gekookt door het gezin en ze deden echt hun best. De vier dagen hebben we alle lokale specialiteiten, waaronder uiteraard veel vis mogen proberen.
Het was zo geïsoleerd dat we ons echt net Robinson Crusoë voelden. Lekker op het eiland liggen, beetje zwemmen en af en toe een beetje kayakken naar de rand van het rif waar we echt diverse grote haaien (black-tips) hebben gezien. Heel cool!




Eén van de dagen hebben wij ons op het hoofdeiland af laten zeten (middels motorboot) om de hoogste 'berg' (380 meter) te beklimmen. Er was wel een pad, maar soms moesten we echt met handen en voeten klimmen. Toch doorgegaan en het uitzicht was echt prachtig.



Het eilandje links (1ste foto) was onze motu. Klein he?

Na Maupiti was het tijd om terug te gaan naar Pape'ete, waar we nog een eilandtour hebben gedaan. Heel opvallend is dat Tahiti in tegenstelling tot de andere schitterende eilanden zelf eigenlijk helemaal geen betoverende witte stranden heeft. Omdat dit voor veel toeristen een beetje een tegenvaller is, gaat de overheid binnenkort een wit strand aan laten leggen....
Nou ja, hoewel het wel leuk was om toch het hele eiland even gezien te hebben vonden wij het nog steeds vrij saai. We waren dus blij dat we de volgende dag door zouden vliegen naar Sydney. Maar eenmaal op het vliegveld stond onze vlucht niet op de borden. Wat rondgevraagd en men zei dat de vlucht naar de volgende dag was verzet. Toch maar even op internet in onze itinerary gekeken. Bleek dat onze vlucht in de afgelopen 3 weken een dag naar voren was gezet!? PANIEK. We hadden van ons reisbureau begrepen dat als we een vlucht niet zouden nemen, dit zou gelden als een no-show met als gevolg dat je volledige ticket wordt verwijderd. In ieder geval snel met Qantas gebeld en die mevrouw kon ons gelukkig zonder problemen of extra kosten omboeken naar de vlucht van de volgende dag. Doordat we snel zijn omgeboekt zijn onze vervolgvluchten ook niet vervallen. Pfew, eind goed al goed en een dag later dan verwacht toch in Sydney aangekomen....

We beloven dat we de volgende keer korter van stof zullen zijn!

vrijdag 9 november 2007

Rapa Nui

Oftewel ´Grote Rots´ in het Polynesisch, beter bekend als Isla de Pascua. Paaseiland dus, (her)ontdekt tijdens Pasen, door een Nederlander notabene. Eén van ´s werelds meest afgelegen plekjes (je vraagt je ook echt af hoe hier in vredesnaam mensen terecht zijn gekomen) en een plaats waar wij altijd al heel graag wilden.

Het begon direct al goed met onze Lan Chili vlucht. Elke stoel had zijn eigen beeldscherm en een eigen afstandsbediening waarmee je kon kiezen uit een twintigtal films en tv-series waarbij je naar hartelust kon pauzeren en vooruit of achteruit spoelen. Verder konden er natuurlijk ook spelletjes gespeeld worden en bij het schaken kon de tegenstander een andere passagier uit het vliegtuig zijn! Helaas durfde niemand de uitdaging aan.
Verder was het grappig om de route via het scherm te volgen. Paaseiland ligt zo afgelegen dat je op een gegeven moment echt alleen maar water ziet. Heel apart.

Op internet hadden we camping Mihinoa gevonden wat er echt superleuk uitzag en waar ze ook kamers verhuurden. Bij aankomst op het vliegveld bleken ze heel handig een eigen stand te hebben. We konden dus meteen meerijden. We vonden het direct een heeeel mooi plekje met werkelijk een geweldig uitzicht over de zee. En ook na zo´n beetje het hele eiland te hebben verkend, waren we nog steeds van mening dat we echt het mooiste plekje gevonden hadden. Niet slecht toch?

Elke ochtend en avond zaten we onder onderstaand afdak te eten. De camping trekt bijzonder veel leuke mensen en vaak zaten we dus gezellig met iedereen te kletsen. Vooral toen we twee Nederlandse dames uit Leiden ontmoetten bleek de wereld (op een leuke manier) weer bijzonder klein te zijn.




Omdat het eiland zo afgelegen (meer dan 5000 km van het Chileense vasteland) ligt, is het voor zijn bevoorrading grotendeels afhankelijk van het vliegtuig. Nadat deze geland is, wordt de ´grote´ supermarkt dan ook opnieuw bevoorraad en als om 17:00 uur de deuren weer opengaan staan alle locals (en wij natuurlijk ook) te wachten om naar binnen te mogen zodat we vooral weer wat versproducten konden kopen. Als er bananen, courgettes of flessen cola light waren moest je toeslaan. En dan hadden wij ook nog geluk, want ongeveer drie dagen na onze aankomst, kwam ook het containerschip van het vasteland aan met allerlei nieuwe producten. Het duurde even om dit schip met twee kleine bootjes uit te laden (er is natuurlijk geen kade om aan te leggen), maar we zagen de supermarkt langzaam vollopen en hadden inmiddels ook al diverse gloednieuwe auto´s, scooters en busjes gespot... We vonden het alleen zo extreem inefficiënt om dat grote schip met die twee kleine bootjes uit te laden. Toen we hierover aan de praat raakten met de mevrouw van ons kleine supermarktje kwamen we erachter dat dat schip slechts drie (!!) keer per jaar langskomt. Stel je voor: nieuwe autos, fietsen, ramen, gasflessen(!), meubels, wasmachines, benzine enzovoorts, alles kun je slechts eens in de vier maanden kopen. En dan maar hopen dat het schip niet al vertrokken is. Echt bizar.

Naast de grote supermarkt heb je dus ook diverse kleine supermarkten. Hier bestaat ongeveer 95% van het assortiment uit producten die ook in de grote supermarkt liggen. Uiteraard tegen 150% van de prijs. Na twee weken op het eiland herkenden we gewoon de eigenaren van de kleine supermarkten die in de grote boodschappen doen en ze vervolgens in hun eigen winkel neerleggen. Uiteindelijk ging het ons om die laatste 5%, want dit zijn de lekkere sausjes en smaakmakers die bij de grote supermarkt snel uitverkocht zijn.

Maar goed, genoeg over ons leventje hier. Het eiland zelf is namelijk echt betoverend. In tegenstelling tot wat wij dachten zijn er heel veel beelden (´moai´) op dit eiland. Eén van de eerste dagen hebben we dan ook een scooter gehuurd om het hele eiland (het is maar 160 vierkante kilometer groot) rond te rijden.




Al snel kwamen we aan bij de vulkaan waar de moai daadwerkelijk uit de rotsen werden gehakt. Niemand weet precies waarom ze werden gemaakt wat natuurlijk alleen maar bijdraagt aan het mysterie. Hier stonden in ieder geval diverse moai die af waren, maar er waren ook veel moai die in diverse stadia nog vast zaten in de rotsen. Het leek net alsof de eilandbewoners ineens gestopt waren met het maken van de moai.



Hierna kwamen we al snel aan bij de 15 staande moai (Ahu Tongariki, na 2 weken kunnen we eindelijk alle namen onthouden en uitspreken).



Na een, deze keer, kort bezoekje aan een schitterend strandje zat ons eerste rondje eiland erop.



Na het huren van deze scooter hebben we besloten dat we dit in verband met de verzekering niet nog een keer wilden doen. Toen we de verhuurder namelijk vroegen hoe het zat met de verzekering zei hij 'no hay, entonces manejar muy tranquilo', oftewel die is er niet, dus doe maar heel voorzichtig.

Nu dekt onze eigen verzekering ook wel wat, waaronder diverse gevaarlijke sporten zoals paragliden, skispringen, parachutespringen, bungee jumping, etc. , maar ze betalen slechts 25% letselschade uit als er iets gebeurt op een scooter of motor. Dit leert ons dat je ten eerste maar weinig krijgt als er wat gebeurt en ten tweede dat er waarschijnlijk heel veel gebeurt.

Voor ons volgende rondje eiland hebben we dan ook maar een auto gehuurd.

Naast onze rondjes eiland hebben we diverse wandelingen gemaakt. Het weer was namelijk fantastisch om te wandelen. Lekker in een t-shirtje, niet te warm, niet te koud, maar wel goed insmeren, want na een klein uurtje op het strand had Rinze zijn onderbenen goed verbrand. Verder is het wandelen bijzonder, omdat je eigenlijk maar heel weinig andere toeristen tegenkomt, de mensen verspreiden zich op de een of andere manier goed over het eiland zodat je sites vaak echt helemaal voor jezelf hebt.





Een beetje samenvattend. Hoewel je de hoogtepunten op het eiland in ongeveer 4 dagen kunt zien hebben wij werkelijk genoten van onze twee weken op het magische Paaseiland.


Inmiddels zijn we in Frans-Polynesië, wat werkelijk prachtig is, maar ongelofelijk duur. Samen met Japan het duurste land ter wereld. Het internetten kost 8 euro per uur, dus voorlopig geen updates. Geniet van de rust, doen wij dat ook.
Tot slot nog wat mooie foto s




vrijdag 2 november 2007

Santiago enzo

We zaten lekker in het zonnetje toen de bus aan kwam rijden die ons in 18 uur naar La Serena zou brengen. Tot onze grote verbazing bleken er zich ´slechts´ 6 stoelen in het onderste deel van de bus te bevinden. We hadden per ongeluk kaartjes voor de meest luxe premium klasse gekocht.



Haha, nou ja, als je je op deze manier vergist, dan toch het liefst voor een busrit van 18 uur. We vonden het dus niet heel jammer. Je had in deze bus een plank voor je benen zodat je helemaal plat kon liggen. Heel erg lekker, ook overdag. Maar de echte verrassing kwam pas ´s avonds toen de steward met matrasjes onze bedden ging opmaken en ons vervolgens ook nog ging instoppen!?!? Echt geen grap, we moesten ons best doen om niet keihard in lachen uit te barsten. Dit was toch wel een beetje apart. In ieder geval heerlijk geslapen en natuurlijk super uitgerust aangekomen in La Serena.

Hier wilden we een tour gaan doen naar een natuurreservaat met dolfijnen en pinguïns. We zijn nu al bijna 4 maanden in Zuid-Amerika en we hebben slechts 1 pinguïn gezien (en dat was in de zee, een behoorlijk magere score dus)! Helaas helaas, ook deze keer geen pinguïns; de zee was te ruig.
Uiteindelijk hebben we gewoon een paar rustige dagen gehad in La Serena. Weer eens de was laten doen en lekker voor onszelf gekookt.

Toen op naar de grote stad Santiago. Hier hadden we echt een supermooi hostel, een oud coloniaal gebouw met houten vloer en antieke meubels en dat midden in de stad, helemaal perfect. We hebben echt weer genoten van alle dingen die de grote stad te bieden heeft. In Puerto Natales had een Chileense vrouw gezegd dat we echt bij Vacas Gordas (Dikke Koeien) moesten gaan eten. Die naam konden we natuurlijk makkelijk onthouden, dus daar hebben we de eerste avond - inderdaad heerlijk- gegeten. Verder veel geshopt, we hadden namelijk gehoord dat op Paaseiland en Tahiti bijna niets te krijgen is of dat alles ineens heel duur is. Niet compleet onlogisch natuurlijk, dus Mexicaans eten, pindakaas, badlakens etcetc ingeslagen. En dat hebben we geweten, bij het inchecken kwamen we erachter dat onze rugzakken allebei 22 kilo wogen!?! Gelukkig doen ze bij Lan Chile niet zo moeilijk en mochten we gewoon mee...

De rest van de tijd hebben we de stad verkend door middel van de lonely planet walking tour, altijd leuk.


Verder zijn we nog met een ellenlange kabelbaan een berg(je) op geweest. Echt cool om dan over de stad uit te kunnen kijken.


We hadden zo nog precies 1 dagje over om Valparaiso (op anderhalf uur rijden van Santiago) te gaan bekijken. Zo bijzonder vanwege de liftjes de berg op en een uiterst romantisch plekje. Helaas hebben wij het romantische plekje niet kunnen vinden, maar gelukkig had bij ons niemand een zwarte rugtas bij zich en leverde dit dus geen ernstige problemen op....


De liftjes konden we gelukkig wel vinden en toen bleek ook nog dat een lid van Carens familie ons voor is geweest.

Daarna dus met het vliegtuig en veel te veel bagage richting Paaseiland!


Landkaart Nederland

Landkaart Thailand

Landkaart India

Landkaart Cambodja

Landkaart Laos

Landkaart China

Kaart Yunnan

Hier nog een kaartje met iets meer detail.

Landkaart Vietnam

Landkaart Filipijnen

Landkaart Australië

Landkaart Frans-Polynesië

Landkaart Chili

Landkaart Peru

Landkaart Argentinië