woensdag 26 december 2007

Eilandtours en een quizzie

Zoals we in de vorige blog al zeiden leren we in rap tempo allerlei nieuwe woorden. Wie denkt dat ze in Australië gewoon Engels praten staat toch een verrassing te wachten. Daarom maar weer eens een quiz.

Wie o wie spreekt het beste Australisch (zonder externe hulpmiddelen natuurlijk)??
Volgende keer de goede antwoorden....

1. Een Ozzie roept 'Ripper!'. Wat bedoelt ie?
a Gevaarlijke stroming!
b Geweldig!
c Afzetter!
d Krokodil!

2 In de folder van je tour staat dat je je 'togs' niet moet vergeten. Wat neem je mee?
a Je zonnebril
b Je anti-insectenspray
c Je zwemkleding
d Je geld en creditcards

3 Wat houdt je koel met een 'stubbycooler'?
a Je hoofd
b Je hotelkamer
c Je kikker
d Je bier

4 Er hangt een bordje 'No thongs allowed'. Wat laat je thuis?
a Je slippers
b Je minuscule bikini
c Je hoofddoek
d Je grote mond

5 Een Oz vraagt of jij voor de 'goon' zorgt. Wat doe je?
a Je geeft de vissen te eten
b Je houdt de kids in de gaten
c Je houdt het fokzeil in de gaten
d Je regelt goedkope wijn


Verder toch ook nog wat nieuwe avonturen.

Allereerst hebben we in Noosa 4 dagen op een camping gestaan. Vooral Rinze had het hier bijzonder naar zijn zin vanwege een over 2 dagen verspreide kitesurfles. Zo wil hij ieder jaar zijn verjaardag wel vieren. Iedereen trouwens nog bedankt voor alle mails, telefoontjes en smsjes, super leuk! Hoewel hij nog steeds een beginner is, zijn de eerste meters op het board inmiddels zeker gemaakt.
Verder hebben we in Noosa een schitterende wandeling gemaakt door het nationale park. Grappig om te merken dat +/- 12 km wandelen een soort van blokje om is geworden, weliswaar in een schitterende omgeving.



Toen was het tijd voor onze tweedaagse Fraser Island tour. Dit is een eiland (+/-120 km bij 15 km) voor de Australische kust dat bijna in zijn geheel uit zand bestaat. Omdat dan dus al het rijden over zand plaatsvindt, zaten we in een soort omgebouwde, vierwielaangedreven vrachtwagenbus.


We hadden geluk met de leuke, kleine groep die slechts uit 13 personen bestond en een superleuke gids, die werkelijk alleen maar Ozzie slang uitkraamde (inderdaad dé inspirator voor de quiz).
De eerste dag 's ochtends al om 6:00 uur vanuit Noosa vertrokken naar ons oversteekpunt. Hier werden we middels een kleine ferry overgezet. Bij aankomst op het eiland bleek meteen waarom je hier alleen mag komen met een 4-wheeldrive. Het zand is echt super rul... Direct, al hobbelend, onze eerste tig kilometers op het 75-mile beach gereden naar Lake Wabby. Dit meer was te bereiken via een wandeling van 40 minuten in de brandende zon over een enorme zandduin, waarna het meer (eindelijk) in zicht kwam. In dit meer konden we vervolgens heerlijk afkoelen en genieten van de aanwezige natuur. Of was het andersom? We werden namelijk nogal regelmatig uitgeprobeerd door de lokale vissen, brrr.

Daarna nog naar diverse bezienswaardigheden en uitkijkpunten geweest. Onder andere langs dit gestrande schip. De stromingen en zandbanken zijn hier dusdanig gevaarlijk dat er in de omgeving echt diverse schepen zijn vergaan. De verschillende strandopgangen zijn dan ook vaak vernoemd naar zo'n vergaan schip (steeds beginnende met HM).

Vanwege die veraderlijke stromingen én de in grote getale aanwezige haaien wordt zwemmen in de zee hier dan ook ten zeerste afgeraden (wij hadden geen verdere ontmoedigingen nodig). Gelukkig kwamen we regelmatig langs een kreek of meertje waarin we af konden koelen, want het was hier warm.

's Avonds heerlijk gegeten in ons hotel en daarna op naar de bar waar we tezamen met onze internationale groep inclusief gids nog wat drankjes hebben gedronken. Halverwege de avond ontstond er nog even een kleine consternatie toen iemand met een slang in zijn hand binnen kwam lopen. Aangezien het ten eerste een niet-giftige en ten tweede een kleine slang betrof ging iedereen overigens weer snel over tot de orde van de dag, te weten een lokale biljartcompetitie waar onze eigen gids uiteindelijk als winnaar uit de 'bus' kwam en er vandoor ging met het prijzengeld. Ohja, dat ons reactievermogen als een trein werkt bleek toen iemand de slang per ongeluk liet vallen (?!) en wij binnen een seconde op de bank stonden.... en weg was onze streetcredibility.

De volgende dag hebben we een ware junglewandeling gemaakt (Caren heeft hierbij nog 2 bloedzuigers opgelopen) en daarna zijn we naar Lake McKenzie gegaan. Dit meer staat bekend om haar helderheid. Ook hier weer een duik genomen. Heerlijk om weer in zoet water te zwemmen.



Op de terugweg hoorden we van onze gids nog even dat op Fraser Island 7 van de 8 meest dodelijke slangen ter wereld aanwezig zijn. Nou ja, we hebben ze dus niet gezien en zaten toen inmiddels veilig in de bus terug naar Noosa.

Daarna zijn we zo snel mogelijk naar Airlie Beach gereden. Dit plaatsje is vooral bekend vanwege de mogelijke zeiltours naar de Whitsunday eilanden. Hoewel we niets hadden geboekt, wat ons was afgeraden omdat het hoogseizoen is, konden we de volgende dag toch mee op het maar liefst 25 meter tellende zeiljacht de 'Anaconda II'. Ook hier hadden we weer bijzonder veel geluk. De boot zat met 17 personen slechts half vol (max 30 personen), oftewel relatief lekker veel ruimte. Zowel binnen als buiten op het dek. Bovendien ging er 100 dollar van de prijs af omdat we een last minute te pakken hadden, helemaal prima! Verder kwamen we er al vrij snel achter dat deze boot niet alleen bekend stond om het feit dat hij al twee keer de wereld om was geweest en diverse prijzen had gewonnen, maar ook vanwege de heerlijke maaltijden....mmmm! Hier is ie dan:



Met deze boot hebben we 3 dagen (en 2 nachten) door een schitterend natuurgebied gevaren, waarbij we het merendeel zeilend hebben afgelegd. Heerlijk op het dek liggen zonnen, gezellig zitten kletsen of -als het even te warm werd- een duik vanaf de punt van de boot genomen om er vervolgens snel weer achterin op te klimmen. Per dag gingen we ook één of twee keer voor anker om te snorkelen. Echt helemaal geweldig, de Whitsundays liggen namelijk middenin het Great Barrier Reef. Super mooie vissen en koraal dus. Een klein hoogtepunt tijdens het snorkelen was wel het opzwemmen met de aanwezige zeeschildpadden. Hieronder wat foto's van het op de valreep gekochte onderwatercameraatje.
Om te kunnen snorkelen moesten we trouwens wel een stingersuit aan. Dit is een soort wetsuit, niet om warm te blijven, maar om je te beschermen tegen dodelijke (!) kwallen. Er komen in dit gebied en in dit seizoen twee soorten dodelijke kwallen voor, waarvan er eentje zelfs klein (1 cm) en onzichtbaar is. Soms lijkt het wel alsof hier in Australië alles gevaarlijk is...





De eerste avond ook nog aangelegd bij een verlaten strand waar we rustig hebben gewacht op het ondergaan van de zon.



Daarna mochten we van de kapitein de matrassen op het dek leggen om hier de nacht door te brengen. Echt super cool om buiten onder een bizar heldere sterrenhemel, inclusief vallende sterren, te liggen. En we hadden geluk met het weer. Het heeft twee nachten niet geregend, toch niet onbelangrijk. Bovendien was de kapitein nogal een vroege vogel dus elke ochtend werd iedereen op een andere plek wakker dan dat hij was gaan slapen. Erg grappig. Hier onze route.



De laatste dag eerst langs Whitehaven Beach gegaan. Naast het schitterende strand en het blauwe water bleken er ook nog pijlstaartroggen te zitten. Heel bijzonder om deze gracieus langs te zien zwemmen.





Na nog wat snorkelen op wederom een prachtige plek was het tijd om in sneltreinvaart (7 a 8 knopen) terug te keren naar Airlie Beach, de wind was namelijk behoorlijk op komen zetten en de boot had er echt zin in.
Die avond nog gezellig gegeten en wat gedronken met twee leuke dames die ook op de boot zaten, waarvan er eentje nota bene een medehagenees is!

Volgende keer alles over onze roadtrip in de outback en natuurlijk de juiste antwoorden. We willen natuurlijk bij deze ook iedereen hele fijne kerstdagen toewensen!

Rinze en Caren

zaterdag 15 december 2007

Inburgeren

Nadat we ons bij de 'Clog Barn' te buiten waren gegaan aan kroketten en poffertjes vonden we dat het nu hoog tijd werd om wat beter te intergreren in de Australische samenleving.

Aangekomen in Byron Bay bood de eerste mogelijkheid zich al snel aan. We zaten rustig in onze gezamenlijke huiskamer wat te kletsen met de buurmeisjes toen er plotseling een Steve Irwin-lookalike door het raam tegen Caren (die zich werkelijk wezenloos schrok) aan begon te ratelen. Het was zo'n opvallende verschijning dat Rinze hem zelfs nog herkende van zijn vorige bezoek aan Australië en dat is 9 1/2 jaar geleden!
Samengevat: hij heeft ons overgehaald om een golfsurfcursus te doen. Wij waren er nog niet volledig van overtuigd dat we dit geweldig zouden vinden, maar ja het hoort nu eenmaal wel echt bij Australië. Bovendien kregen we een 40-meter-staan-op-je-surfboard-of-geld-terug-garantie. Uiteindelijk vonden we het allebei erg leuk om een keer gedaan te hebben, maar zijn we helaas niet gegrepen door het hier heersende golfsurfvirus. En die 40 meter? Tja, we hebben werkelijk geen idee, maar we hebben wel allebei een tijdje op de plank gestaan dus het zal wel. Helaas geen foto's, omdat we natuurlijk druk aan het surfen waren.

Verder ligt bij Byron Bay het meest oostelijke punt van het Australische vasteland, daar hebben we wederom een mooie wandeling gemaakt en genoten van het uitzicht.



Toen op naar Brisbane, de op drie na grootste stad van Australië. In de Lonely Planet stond weer een walking tour en die zijn over het algemeen erg leuk.




Tijdens dat wandelrondje kwamen we langs een theater en omdat het ons leuk leek om weer eens een voorstelling te bekijken, zijn we even langs de kassa gelopen. In eerste instantie dachten we aan een moderne dans voorstelling, maar tijdens het opvragen van de benodigde informatie kwamen we erachter dat de schow ' Spicks and Speck-tacular' weliswaar nog steeds uitverkocht was, maar dat er net twee kaartjes waren teruggebracht. Over inburgeren gesproken. Deze show is namelijk gebasseerd op een hier ongelofelijk populair tv-programma. Daar moesten we natuurlijk heen! Wat was het dan in vredesnaam voor een show? Normaliter is het een tv-programma waarin allerlei bekende mensen muziekvragen moeten beantwoorden. Dit programma wordt gepresenteerd door een host en twee vaste teamcaptains. Bij opkomst bleek al direct hoe populair deze lui waren. De zaal werd afgebroken voordat ze ook maar iets gedaan hadden. De host bleek een ontzettend grappige en voor ons gelukkig goed te volgen cabaretier te zijn. Na wat initiële grappen werden er 8 mensen uit het publiek gekozen die mee mochten doen. Toen kon er, onder begeleiding van de te coole live band, begonnen worden met de daadwerkelijke quiz. We hebben genoten en zijn nu natuurlijk ook fan van het tv-programma 'Spicks and Specks'.

De volgende dag zijn we -geheel conform ons inburgeringsprogramma- naar de Australia Zoo geweest. De dierentuin van Ozzies populairste crocodile hunter, wijlen Steve Irwin. Bij binnenkomst bleek het al meteen niet meer mis te kunnen gaan (let op de wegwijzers linksonder):



We hadden bedacht dat we even snel langs de dierentuin zouden gaan, maar uiteindelijk zijn we er een hele dag geweest. Het was echt superleuk, een echt educatief centrum met allerlei demonstraties. Zo hebben we schildpadden gevoerd, koala's geaaid en allerlei roofvogels van dichtbij kunnen zien.



Er was natuurlijk ook een kangoeroe verblijf (Roo Heaven) en na wat aanmoediging vond de kangoeroe het (bijna?) net zo leuk als Caren.



Verder beginnen we ons inmiddels ook behoorlijk te bekwamen in de zogeheten Ozzie Talk. Australiërs korten namelijk werkelijk alle woorden af (om ze vervolgens weer te verlengen door ze te verkleinen, maar goed). We hebben het nu dus alleen nog maar over Ozzie (Australian), mozzie (mosquito), piccie (picture), veggie (vegetable), barbie (barbecue), etc. etc..


Volgende keer nieuwe woorden, of in ieder geval nieuwe avonturen.

dinsdag 4 december 2007

The land of Oz

Na 5 weken op diverse eilanden was het echt heerlijk om weer eens in een grote, moderne stad te zitten. Direct na aankomst zijn we naar een hotel in het gebied Kings Cross gegaan. Een gezellige, maar ook foute buurt in Sydney. Vanuit hier hebben we 5 dagen de stad verkend en natuurlijk heerlijk veel op internet gezeten bij 'Mr Sun's internet' . Echt super goedkoop, maar werkelijk iedereen werd door, waarschijnlijk Mr Sun zelf, geschoffeerd. Zo kreeg Caren die per ongeluk op het printicoontje had geklikt te horen: "Why you print? Always come to me when want printing!!". En nee, niet ons engels is slecht. Eigenlijk nogal hilarisch allemaal, en afgezien van de internetmonteur nam niemand hem heel serieus. Wat natuurlijk ook weer een te grappige discussie opleverde.

Sydney is echt cool! Schoon, breed opgezet, mooie ligging en een gemoedelijke sfeer. De eerste dag hebben we wat door een park gelopen, een eerste blik op de Opera House geworpen en zijn we de kenmerkende Harbour Bridge overgelopen. De volgende dag hebben we een rondleiding door de Opera House gedaan. Afgezien van het feit dat het natuurlijk een schitterend gebouw is, ook van binnen, vonden wij het vooral opvallend dat het eigenlijk twee losse gebouwen naast elkaar zijn.




Bij terugkomst van de ferry vanuit Darling Harbour zagen we op het treinstation Circular Quay (uit te spreken als Key, maar waarom schrijven ze het dan niet zo?!) een hele massa mensen naar beneden te kijken. Nieuwsgierig als wij zijn, zijn wij natuurlijk ook even een kijkje gaan nemen. Er bleek een galadiner ter gelegenheid van de vriendschappelijke wedstrijd tussen Sydney FC en LA Galaxy te zijn, waarbij het vooral voor heel Sydney van belang bleek dat David Beckham bij LA Galaxy speelt. Wij hebben met veel plezier naar alle sterren op de rode loper gekeken, die we -afgezien van Becks zelf- natuurlijk geen van allen (her)kenden. Gelukkig werden we hierbij begeleid door 2 Australische dames op leeftijd die werkelijk iedereen herkenden (ook het hele LA Galaxy elftal!!).
Na een dagje regen zijn we de volgende avond natuurlijk in een kroeg naar de desbetreffende wedstrijd gaan kijken, waar we tot onze verbazing ook nog onze eigen Ruud Gullit (hier: roed hullit) zagen!

De volgende ochtend moesten we ons al vroeg melden in Manly voor een brunch. We hadden namelijk afgesproken met Aisha (oude bekende uit Nederland) en haar vriend David. Om in Manly te komen moesten we nogmaals met de ferry. Echt super om langs de Opera House en de rest van Sydney, dat voor een groot deel aan de baai ligt, te varen. Na een gezellige brunch, zijn we met z'n vieren al cruisend in de cabrio van Aisha langs de kust en de verschillende mooie stranden gereden. Leuk!



Daarna hebben wij met z'n tweetjes nog een wandeling langs de kust gemaakt. Het betrof hier slechts 10 km en wij hadden bedacht dat we dit dus wel even in een uurtje of twee zouden lopen. Kortom peanuts. Er bleken echter nogal wat trappen in de wandeling voor te komen... uiteindelijk werd dit dus 3,5 uur. Vandaar dat er in de folder stond dat je er 4,5 uur over zou doen, wij dachten dat dit inclusief barbecue was ofzo.. Desalniettemin was het echt een schitterende wandeling. Heel bijzonder om in een stad van 4 miljoen inwoners zulke gebieden te hebben.

Toen was het tijd om de auto op te halen die we voor bijna 6 weken hadden gehuurd. Na het bestuderen van de kaart bleek al snel dat ons verhuurbedrijf en de snelweg die wij moesten hebben slechts gescheiden werden door het volledige centrum van Sydney (inclusief Harbour Bridge). En ze rijden hier links!!! Met wat stress, maar ook veel lol omdat de ruitenwissers steeds aangingen als we eigenlijk de richting aan wilden geven (ook de knop voor het knipperlicht zit aan de verkeerde kant), zijn we er in geslaagd Sydney veilig te verlaten. Ergens in een winkelcentrum in een klein dorpje hebben we bij de Go-Lo (en ja, het was heel goedkoop) kampeerspullen gekocht. Natuurlijk een tent en een grondzeil, maar ook twee opblaasmatrassen, slaapzakken, kussens, een pompje, en... twee stoelen inclusief bekerhouder. Wij waren bijzonder tevreden toen we op onze camping in Anna Bay aankwamen. Ook nog uitgenodigd door een groep Australiërs voor een gezellige avond, waarbij we o.a. twee ongelofelijk heldere vallende sterren hebben gezien. Heel bijzonder.


Daarna doorgereden richting Woolgoolga (?). Terwijl we ons kampeerterrein op kwamen rijden, verdween Carens grootste angst als sneeuw voor de zon. Daar stond hij dan: goed gespierd, bruin, zacht en vrolijk van aard.... haar eerste kangoeroe!


Inmiddels hebben we ook wat nieuwe lessen geleerd omtrent het kamperen met onze super goedkope tent. Een grondzeil onder een kwalitatief slechte tent is geen goed idee. Het grondzeil (dat duidelijk van betere kwaliteit is) laat namelijk geen water door, waardoor er zich een plas onder de eigenlijke tent vormt. Gevolg... lekkage. Voor de zekerheid maar even geen grondzeil onder de tent. De volgende avond begon het aanzienlijk harder te regenen en bleek ons dak ook niet helemaal waterdicht. Gelukkig hadden we nog een grondzeil over..... Die hebben we dus maar op de tent gelegd en hoewel het er niet uitziet slapen we echt prima en droog zo.
Verder zijn we eigenlijk erg tevreden over ons tentje. Na een doodskreet van Caren, bleek ons muskietengaas niet alleen muskieten, mieren en andere insecten buiten te houden, maar gelukkig ook spinnen van +/- 10 cm lang!!

In het nabijgelegen Coffs Harbour zijn we tot slot nog bij de 'Clog barn' geweest. Toch opvallend hoe je na een periode in het buitenland een fenomeen als dit gaat waarderen. Zeker toen bleek dat je er broodjes kroket, frikandellen en poffertjes kon bestellen. Ter verdediging van onze mentale toestand. De Volendamse muziek die ze draaiden vonden we nog steeds afschuwelijk.


zondag 25 november 2007

Tour de France Polynesië

Een week voordat we naar Frans-Polynesië (FP) zouden vliegen, begonnen we ons toch wat zorgen te maken. We hadden geen Lonely Planet en hadden ons slecht (lees: niet) voorbereid en dus eigenlijk geen idee wat te verwachten, wat te doen en waar te slapen. Die zorgen werden ook nog eens versterkt door alle rechtsomgaande wereldreizigers die het alleen maar hadden over de enorm hoge prijzen.

Gelukkig kwamen er diezelfde week twee FP-ers op de camping te staan die zelf net aan hun wereldreis waren begonnen. Zij hebben vervolgens ons notitiebloek volgeschreven met handige tips. Heel fijn. Die informatie tezamen met een antieke Duitse reisgids uit 1530 oid die ergens op de camping lag leverde iets meer duidelijkheid op.

Voor de mensen die net zo weinig over FP weten als wij (toen we begonnen), hier eerst maar even wat achtergrondinformatie. Er wordt Tahitiaans gesproken en als kolonie van Frankrijk natuurlijk ook Frans. FP bestaat uit zo'n 118 bewoonde eilanden die verspreid liggen in een gebied groter dan Europa. Deze eilanden zijn onderverdeeld in een vijftal eilandengroepen, waarvan de Society eilanden de bekendste zijn. Deze archipel bevat het grootste eiland van heel FP, te weten Tahiti met als hoofdstad Pape'ete. In heel FP wonen ongeveer 260.000 mensen, waarvan 170.000 in Tahiti. Wij hebben uiteindelijk de volgende eilanden bezocht: Mo'orea, Huahine, Bora Bora en Maupiti. Allen onderdeel van de Society eilanden. We hebben zelfs een kaartje op kunnen duikelen:



De eerste dagen in FP hebben we het wel even zwaar gehad. Ten eerste moesten we wennen aan de prijzen. Samen met Japan schijnt FP een van de duurste landen ter wereld te zijn. Onze inschatting is dat het in het algemeen zo'n 20% duurder is dan Nederland. Maar ja, als wereldreizigers hebben wij nu een iets ander budget dan toen wij nog in Nederland woonden en bovendien waren we net gewend geraakt aan het relatief goedkope Zuid-Amerika. Internet was bijvoorbeeld ook heel erg duur. Per uur betaalde je hier, afhankelijk van het eiland, tussen de 8 tot maar liefst 16 Euro!! Wij vonden het verder opvallend dat FP, ondanks de hele hoge prijzen, niet een heel modern land is. De hoofdstad is ietwat vervallen, mensen wonen -zeker op de kleinere eilanden- in simpele hutten en de auto's en overige transportmiddelen zijn ook allemaal vrij oud. De bankbiljetten waren wel weer super, ze zijn echt enorm en net een reclamefolder.



Ten tweede hadden we, vooral de eerste week op Mo'orea, heel veel last van de muggen. Uiteraard probeerden we wel onder een laken te slapen, maar het was gewoon te warm, dus: of zwetend half wakker in bed liggen, of geprikt worden. Eigenlijk was het helemaal geen keuze en dus we sliepen bijzonder slecht en werden toch nog volledig lek geprikt. Rinze bleek na de tweede nacht 22 keer gestoken te zijn... in zijn rug wel te verstaan. Uiteindelijk vonden we redding in een soort wierrookspiraal, die door onze Argentijnse buren werd aangeraden. We hadden er weinig vertrouwen in, maar waren inmiddels bereid om alles te proberen. En warempel, dat spul werkte echt als een dolle. Je moest het alleen niet vlak voor je ging slapen aansteken, want de muggen (en alle overige insecten) kwamen echt letterlijk dood uit de lucht vallen. Niet heel prettig als je in bed ligt. Na aanschaf van een behoorlijk aantal pakjes van dit spul en het vertrek van Mo'orea, waar de muggenpopulatie achteraf gezien veel groter was dan op de andere eilanden, is het muggenprobleem de laatste periode in FP aanzienlijk verminderd (NB dit is dus niet hetzelfde als opgelost) en ging het met de slaap en het humeur ook weer een stuk beter.

Omdat onze Tahitiaanse vrienden (uit Paaseiland) ons al hadden verteld dat Pape'ete niet erg bijzonder is, zijn we zo snel mogelijk naar een ander eiland gegaan. Na 1 nachtje in Pape'ete hebben we dan ook meteen de boot naar Mo'orea gepakt. Omdat Mo'orea makkelijk en goedkoop vanaf Pape'ete te bereiken is, staat dit eiland bekend als een backpackerseiland. We hoopten op schappelijke prijzen. Helaas, we betaalden ongeveer 56 Euro voor een hutje, waarbij we het toilet en de koude (!) douche met anderen moesten deel. De theorie achter het gebrek aan warm water is dat het buiten zo warm is dat je helemaal geen warm water meer nodig hebt om te douchen. Vooral de eerste dagen waren we het daar zwaar mee oneens, maar eerlijkheidshalve moeten we wel toegeven dat het na een paar dagen toch wel redelijk begon te wennen en af en toe zelfs wel plezierig was (aldus Rinze...).
In Mo'orea zijn we eerst naar Mark's Place Paradise gegaan. Ten eerste omdat we daar al goede verhalen over hadden gehoord en ten tweede omdat we Mark toevallig in Pape'ete al tegen het lijf liepen en hij een geschikte vent bleek. Mark's Place Paradise lag niet direct aan de zee, maar een beetje in de bossen. Erg mooi.



Helaas bleek al snel dat Mark's Place overal erg ver vandaan lag. Afgezien van de supermarkt was het zwemstrand, het dorpje en de bezienswaardigheden niet te belopen. Daarnaast is het openbaar vervoer hier zo goed als nonexistent. Niet handig want Mo'orea is toch nog zo'n 60 km in omtrek. Maar ja, zoals altijd heeft elk nadeel ook zijn voordeel. Door het gebrek aan OV is het hier heel gebruikelijk om te liften en dat bleek echt hartstikke leuk. We hoefden nooit lang op een ritje te wachten en het is echt dé manier om locals te ontmoeten. Zo kwamen we echt veel te weten over het eiland en zijn bewoners. Met name vanwege de afstanden, zijn we verkast naar Chez Nelson. Dit lag letterlijk aan het strand en in een (heel) klein dorpje. Onze bungalow had werkelijk een fantastisch uitzicht op zee en met name de zonsondergangen waren echt ongelofelijk mooi.


Zoals je op de foto's misschien al ziet is het bijzondere hier dat het rif en dus de branding een stuk van het eiland af ligt. Het water tussen het eiland en het rif wordt de lagoon genoemd. Hier is het water heel rustig en neemt onwerkelijke kleuren blauw aan. Omdat het ook vaak ondiep is, zijn er vissen en vaak koraal te zien. Heel speciaal.



Na wat daagjes op Mo'orea kwamen we tot de conclusie dat we meer van FP wilden zien dan 'alleen' Tahiti en Mo'orea. Onder het mom van ' de aanval is de beste verdediding' hadden we besloten dat we dan misschien maar moesten gaan splurgen. Dus op naar de Air Tahiti office. Daar hadden ze een foldertje met prijzen en mogelijke airpassen (=kortingspassen) en de verschillende vluchttijden. Vooral de 'Bora Bora pass' klonk erg aantrekkelijk. Zowel qua prijs als mogelijkheden. Er zaten alleen wel wat kleine beperkingen aan. We hebben dan ook wel een uur zitten puzzelen op een mogelijk reisschema, maar stiekem vond vooral Caren dat juist heel leuk.

Toen we bij de balie aankwamen om te kijken of het ook echt mogelijk was om de air pass te kopen, viel de dame van Air Tahiti vervolgens van de ene in de andere verbazing. Ten eerste omdat we zelf al het schema uit hadden gezocht, ten tweede omdat het schema helemaal bleek te kloppen, ten derde omdat, ondanks de korte termijn, er op alle vluchten nog plaatsen beschikbaar waren en tot slot vanwege de prijs. Een retourtje naar Bora Bora was al bijna net zo duur als onze air pass. Kortom wij waren er helemaal mee in onze sas.
Wat gingen we dan doen? Eerst vanuit Pape'ete voor 3 nachten naar Huahine. Dan van Huahine naar Bora Bora. Slechts 2 nachten. Vervolgens van Bora Bora voor maar liefst 4 nachten naar Maupiti (de aanrader van onze lokale vrienden uit Paaseiland). En tot slot natuurlijk van Maupiti terug naar Pape'ete. En dat alles voor 'slechts' 275 Euro. Voor Polynesische begrippen eigenlijk gewoon gratis. Vervolgens nog van iemand een Lonely Planet geleend om hotelletjes op te zoeken en te boeken (en te zorgen dat we werden opgepikt van het vliegveld). Daarna nog een paar dagen de tijd om te genieten van Mo'orea.

Tot slot hebben we op Mo'orea nog een heftige fietstocht gemaakt naar een uitkijkpunt, waarna we maar eens even bij het Sheraton zijn gaan kijken. Met 500 Euro per nacht voor een kamer op het water (zie foto) toch één van de duurste hotels op Mo'orea. Wij hebben het maar even bij een lunch gehouden...



Na terugkomst in Pape'ete zijn we dezelfde dag aan onze tour begonnen. Eerste stop dus Huahine, +/- 5600 inwoners en 75 km2 groot. Hier sliepen we in Fare, de ' hoofdstad', zodat we boodschappen konden doen bij de enige supermarkt om zelf te kunnen koken. Deze supermarkt was, helemaal vergeleken met Paaseiland, verrassend goed bevoorraad met o.a. kaas uit NL en producten uit Australië, Nieuw Zeeland, Amerika en Frankrijk. Sowieso vonden we die Franse invloed wel prima. Lekker veel stokbrood en (chocolade-)croissantjes gegeten. Alleen de taal! Na vier maanden Zuid-Amerika konden we geen fatsoenlijke Franse zin meer produceren. Er kwam alleen Spaans uit.
Huahine zelf staat bekend als het wilde eiland, wat slaat op het natuur en niet de inwoners. Na een dagje rondtouren in een huurauto konden we dit bevestigen.


Vervolgens op naar Bora Bora, +/- 7000 inwoners en 38 km2. Dit is het meest toeristische eiland en staat bekend als het eiland met de mooiste lagoon van FP. Eerst wilden we hier niet heengaan vanwege de hype, maar met de airpass was het toch stiekem wel leuk om een kijkje te nemen. Het was inderdaad 'over the top' met luxe resorts en te rare excursies. Zo kon je o.a. in een glazen onderzeeboot naar 40 (!!) meter diepte duiken. En het duurste hotel schijnt vol te zitten met bobo's, hollywoodsterren en royalty, maar die hebben wij allemaal niet gezien. Vreemd...
De lagoon was in ieder geval wel echt heel erg mooi.



Onze laatste bestemming was Maupiti, +/- 1000 inwoners en 22 km2. Dit eiland en haar motu's (omringende kleine eilandjes) is erg klein en veeeel minder toeristisch dan Bora Bora. De locals hier moeten niets hebben van grote hotelketens en/of resorts en hebben tot nu toe dan ook alle voorstellen met deze strekking weggestemd. Hier wilden we dus wel vier nachtjes blijven. Omdat er op onze motu geen supermarkt was hebben we besloten volpension te nemen. Inderdaad niet goedkoop, maar wel fantastisch lekker. Er werd elke dag uitgebreid gekookt door het gezin en ze deden echt hun best. De vier dagen hebben we alle lokale specialiteiten, waaronder uiteraard veel vis mogen proberen.
Het was zo geïsoleerd dat we ons echt net Robinson Crusoë voelden. Lekker op het eiland liggen, beetje zwemmen en af en toe een beetje kayakken naar de rand van het rif waar we echt diverse grote haaien (black-tips) hebben gezien. Heel cool!




Eén van de dagen hebben wij ons op het hoofdeiland af laten zeten (middels motorboot) om de hoogste 'berg' (380 meter) te beklimmen. Er was wel een pad, maar soms moesten we echt met handen en voeten klimmen. Toch doorgegaan en het uitzicht was echt prachtig.



Het eilandje links (1ste foto) was onze motu. Klein he?

Na Maupiti was het tijd om terug te gaan naar Pape'ete, waar we nog een eilandtour hebben gedaan. Heel opvallend is dat Tahiti in tegenstelling tot de andere schitterende eilanden zelf eigenlijk helemaal geen betoverende witte stranden heeft. Omdat dit voor veel toeristen een beetje een tegenvaller is, gaat de overheid binnenkort een wit strand aan laten leggen....
Nou ja, hoewel het wel leuk was om toch het hele eiland even gezien te hebben vonden wij het nog steeds vrij saai. We waren dus blij dat we de volgende dag door zouden vliegen naar Sydney. Maar eenmaal op het vliegveld stond onze vlucht niet op de borden. Wat rondgevraagd en men zei dat de vlucht naar de volgende dag was verzet. Toch maar even op internet in onze itinerary gekeken. Bleek dat onze vlucht in de afgelopen 3 weken een dag naar voren was gezet!? PANIEK. We hadden van ons reisbureau begrepen dat als we een vlucht niet zouden nemen, dit zou gelden als een no-show met als gevolg dat je volledige ticket wordt verwijderd. In ieder geval snel met Qantas gebeld en die mevrouw kon ons gelukkig zonder problemen of extra kosten omboeken naar de vlucht van de volgende dag. Doordat we snel zijn omgeboekt zijn onze vervolgvluchten ook niet vervallen. Pfew, eind goed al goed en een dag later dan verwacht toch in Sydney aangekomen....

We beloven dat we de volgende keer korter van stof zullen zijn!

Landkaart Nederland

Landkaart Thailand

Landkaart India

Landkaart Cambodja

Landkaart Laos

Landkaart China

Kaart Yunnan

Hier nog een kaartje met iets meer detail.

Landkaart Vietnam

Landkaart Filipijnen

Landkaart Australië

Landkaart Frans-Polynesië

Landkaart Chili

Landkaart Peru

Landkaart Argentinië